Wanneer er een bijzondere architecturale parel op ons pad komt, doen we er alles aan om die weer als vanouds te laten schitteren. Toen Marie-Anne Desiere ons contacteerde met de vraag of we de statige Villa des Palmiers van haar wilden overkopen om deze met respect voor de geschiedenis en het authentieke cachet te restaureren, waren we vlug overtuigd. Het prachtige pand in Melle was meer dan 30 jaar lang de werkplek voor hun communicatiebureau Modulo. Maar het werd tijd voor een nieuwe fase in hun professionele leven.
Hoe werden jullie eigenaar van Villa des Palmiers?
“We kochten het pand in ‘90. Voorheen werkten we vanuit een oud herenhuis in Gent, waar we toen ook woonden. Maar dat werd te klein. Op zoek naar een nieuwe locatie, viel het oog van mijn echtgenoot op deze stijlvolle villa in Melle. Op dat moment was het een instelling voor mensen met een mentale beperking. Maar na een faillissement besloot de organisatie Villa des Palmiers te verkopen. Dus deden we als prille twintigers een bod. We gaven de bewoners de kans om een nieuwe woonst te vinden en renoveerden alles zo goed mogelijk. In de lente van ‘91 trokken we er met ons team in.”
“Ik laat de restauratie en herbestemming van een fraai pand als dit liever over aan experts die de exclusiviteit ervan waarderen.”
Wat trok jullie zo aan in dit pand?
“Het feit dat het een huis met een ziel is, in eerste instantie. We houden wel van de combo van oud en nieuw en dat was hier mogelijk. Verder overtuigden ook de riante en lichte ruimtes, de parkeergelegenheid en de uitstekende ligging ons.”
Vanwaar de beslissing om het na 30 jaar te verkopen?
“Vroeger hadden we een 15-koppig team. We hadden nood aan voldoende kantoren en vergaderruimte, een donkere kamer, enzovoorts. We richtten in de kelder zelfs een kantoorcafé in, Café des Palmiers. Nu zijn we meer dan 30 jaar later. De tijden zijn veranderd. We zijn als bedrijf wel blijven evolueren en groeien, maar niet qua werknemersaantal. We werken inmiddels vooral met freelancers. Daarnaast is sinds corona thuiswerk of werken op verplaatsing het nieuwe normaal. Zelf zitten we momenteel aan de kust te werken. Heerlijk dat dat kan. Een tijd lang verhuurden we een deel van het gebouw aan een productiehuis, maar toen zij verhuisden, was het wel duidelijk: het pand was simpelweg te groot geworden voor ons.”
Hoe kwam Istoir op jullie pad?
“Ik heb dan wel een communicatiebureau, van opleiding ben ik eigenlijk binnenhuisarchitecte. De interesse voor interieur en design was er dus altijd al. Ik volgde Istoir al een tijdje op Instagram en was geboeid door de fijne, respectvolle manier van restaureren en herbestemmen. Toen we zelf een koper zochten, besloot ik Istoir aan te spreken. Ik geloof in het principe: ‘Schoenmaker blijf bij je leest.’ We zouden hier zelf wel allerlei renovaties kunnen doen, maar dat is niet ons vak. Ik laat het liever over aan experts die de exclusiviteit en authenticiteit van de villa naar waarde kunnen schatten.”
“Ik volgde Istoir al een tijdje op Instagram en was geboeid door de fijne, respectvolle manier van restaureren en herbestemmen.”
Het is vast lastig om afscheid te nemen van zo’n fraaie werkplek?
“Absoluut. We voelden ons er helemaal thuis, hebben er zoveel herinneringen. Het is een pand met een rijk verleden, geregistreerd als bouwkundig erfgoed. Ik wou dus absoluut zeker zijn dat onze villa in goede handen zou zijn.”
“Het is een huis met een rijk verleden. Ik wou zeker zijn dat de villa in goede handen zou zijn.”
Kan je wat meer vertellen over dat luisterrijke verleden?
“De villa dateert vermoedelijk uit 1910 en is gebouwd in opdracht van bloemist Frans Spae - ook ooit burgemeester van Melle. Het was een zogenaamde bloemistenvilla, zoals je er in die tijd wel meer vond in deze streek. De naam verwijst naar de palmen die er gekweekt werden om te exporteren naar o.a. Rusland. Het oorspronkelijke domein was wellicht nog een pak groter dan nu, bezaaid met prachtige koepelserres. Het gebouw werd tijdens de oorlogen ook bezet door de Duitsers. Zij gebruikten het als een soort hoofdkwartier. Ja, dit huis heeft al heel wat meegemaakt!”
En daar wordt nu dus dankzij Istoir een respectvol nieuw hoofdstuk aan toegevoegd …