Eeuwenoude tuin weer op zijn mooist

In hartje Brugge blaast Istoir het oude Karmelitessenklooster nieuw leven in. Er komen ruime wooneenheden én de idyllische, botanische tuin ondergaat een respectvolle facelift. Daar zorgt landschapsarchitect Erik De Waele voor.

“De bouwheer nam Istoir en mezelf onder de arm, ongetwijfeld omwille van onze voeling met erfgoed. Ik leg me met mijn team namelijk vooral toe op historische tuinen. Je kan ons wel boekenwurmen noemen, want het geschiedkundige aspect is helemaal ons ding.”

Waarom is natuurlijk erfgoed zo boeiend?

Erik: “Sommige bomen behoren tot de oudste erfgoedelementen die we hebben in ons land. En het groen dat wij verzorgen, aanpassen of aanplanten, overleeft ons vaak. Bepaalde soorten worden wel 500 jaar oud. We moeten dus niet alleen in het verleden kijken, we moeten ook onze tijd weergeven én aan de toekomst denken. Ik vind tuinontwerp een kunstvorm. Een vak met maatschappelijk belang. Hopelijk zal men eeuwen later naar ons werk kijken en onze redenering begrijpen.”

Hoe begin je aan een bijzonder project als dit?

Erik: “Eerst en vooral lezen we het landschap. Wat vertelt het huidige uitzicht ons? Wat gaat eraan vooraf? In België is doorheen de eeuwen de interactie tussen groen en mens erg groot. Vandaar ook deze groene oase in het Brugse stadscentrum. We zijn hier het verleden gaan ontrafelen en analyseren om zo het heden beter te begrijpen. Het slotklooster ging in een zeker mysterie gehuld toen hier nog nonnen woonden. Zij leefden in cellen en mochten om beurten in de hoge, ommuurde tuin. Dit was hun stukje openheid, vrijheid. Die magie willen we behouden.”

Waarom is ingrijpen hier wel nodig?

Erik: “Het klinkt tegenstrijdig: we willen meer natuur in de stad, maar gaan sommige bomen en planten verwijderen. Toch is het doordacht. Als antwoord op de klimaatopwarming en waterproblematiek, is gelaagdheid nodig. Ons onderzoek wijst ook uit dat die lagen er vroeger waren. Ik heb het dan over bomen, struiken, kruiden, grassen en bloemen, bloembollen en klimplanten. Deze tuin is niet onderhouden, waardoor de bomen de bovenhand namen. Het enige voordeel daaraan is schaduw, goed op hete dagen, zeker in een stad. Maar de CO₂ zit vooral in de bodem, in de humus. In een goed ingerichte tuin, fungeert de bodem als een spons. En dat is de beste manier om aan klimaatbescherming te doen.”

“De Karmel-tuin moet meer dan een mooi plaatje zijn. Het moet een klimaatrobuuste, groene oase zijn.”

 

Welke stijl zal de tuin hebben?

Erik: “Ook hier kijken we in het verleden. Er ging veel aandacht naar bloemen. Enkele nonnen hadden een tijd gespendeerd in Japan. Bijgevolg stonden er azalea’s en Japanse kerselaars. Die behouden we natuurlijk. Verder bestond de tuin uit twee zones: een langgerekte parkzone en een goed verscholen nutszone met fruitbomen, een kruidtuin, moestuin en waterpartij. Dat voeren we opnieuw in. We willen dat de eerste zone, de twee als het ware suggereert, als een soort secret garden.”

De toekomstige bewoners kunnen hier dus zelf tuinieren?

Erik: “Dat is zeker de bedoeling. We zullen ook een onderhoudsplan voorzien. En je kan je eigen groenten, fruit en kruiden kweken. Goed voor de gezondheid en fijn als ontmoetingsplek!”

“Ons levend erfgoed heeft nazorg nodig. Nu én later.”

 

Meer lezen over het Karmelitessenklooster? 

Neem een kijkje