Op een dag vind je de job van je leven, aldus de populaire slogan. Voor fotograaf Bert Beckers lijkt het alsof het gisteren was. “In 2007, op 23-jarige leeftijd, kocht ik mijn eerste camera. Het was toen al wekenlang druilerig weer. Ik wist niet goed waarheen om foto’s te kunnen maken. Tot ik me plots een verlaten slachthuis in Diest herinnerde”, vertelt hij. “Ik was zo overweldigd door de ervaring dat ik er meermaals naar terugkeerde om het pand van buiten en van binnen te fotograferen. Ik wou het in al haar facetten ontdekken.”
Urban exploring
Op dat moment was van urbex –kort voor urban exploring, waarbij (amateur)fotografen verlaten gebouwen op de gevoelige plaat vastleggen –nog geen sprake. Toch bepaalde het oude slachthuis het verdere carrièrepad van de fotograaf. Zijn persoonlijke honger naar interessante verhalen leidde hem naar andere historische plekken. Een psychiatrisch hospitaal, een oud kasteel, een sanatorium.
Licht onderstreept historiek
“ Bij hedendaagse architectuur schuilt een commercieel luik. De beelden zijn daarom strak en zuiver. Bij erfgoed gaat het om sfeer en verhaal. Dan kan je spelen met perspectief of licht om de historiek van een pand te onderstrepen .Als ik een pand voor het eerst betreed, start ik altijd met mijn breedhoeklens om overzichtsfoto’s te maken. Zo kan ik dealgemene sfeer vastleggen.”
Onverwachte verhalen fotograferen
“In een tweede fase ga ik op zoek naar details die me opvallen. Een sluitsteen met een jaartal, een apart venster, een rijk betegelde schoorsteen of oude ornamenten zoals leeuwenkoppen”, vertelt hij. “Het zijn net die details die de verhalen van het pand aan het licht doen komen. Het liefst laat ik me leiden door de verhalen en anekdotes die tijdens het bezoek aan een historisch pand opduiken. Die onverwachte wendingen maken het fotograferen nog fascinerender.”
Schoonheid in verval
Wie erfgoed zegt, denkt ook aan verval. Maar ook daarin schuilt schoonheid, vindt Beckers.
“Het is net de balans tussen verval en herkenbare architectuur die erfgoed interessant maakt. Ik zoek daarom altijd naar standpunten die impressionant zijn. Zo kan ik de grandeur die er ooit was ook duidelijk weergeven. Maar verhalen ensceneren doe ik niet. Ik fotografeer een pand altijd zoals ik het aantref. Die fijne grens tussen fictie en authenticiteit bewaak ik fel.”